Geachte
leden van de Raadscommissie zorg,
Mijn naam is
Cor van Drongelen en ik spreek in als voorzitter van de ABCZ- WMO
Klankbordgroep.
In een
gesprek met de wethouder op 6 september 2006 en in de reactie van het college
van B&W op onze inspraak is ons verzekerd dat er goed naar de Klankbordgroep
geluisterd zal worden. Ondanks deze toezeggingen maken wij ons toch zorgen
omdat wij het commentaar van de Klankbordgroep niet terugvinden in de
verordening. En verder wil ik graag onze treurnis delen over de wijze waarop
Stadsmobiel het vervoer regelt. Het is om te huilen. Mensen worden veel te laat
of niet opgehaald en niet vastgezet vanwege tijdgebrek. Als dit de voorbode is
van de verdere invoering en beloftes dan kunnen we nog heel veel beleven.
-
Wij brengen nogmaals ons verzoek onder
de aandacht om de Modelverordening
van de cliëntenorganisaties VCP als
uitgangspunt te nemen voor het bijstellen van de Amsterdamse verordening en om
toch een oplossing te vinden voor het gebruik van de ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health) als
uniform begrippenkader. (zie bijgevoegd de reactie op de conceptverordening van
de Klankbordgroep)
-
Wij blijven van mening dat een
limitatieve lijst van voorzieningen niet in de geest van de WMO is.
-
Het is ons toegezegd dat bij het
stellen van een indicatieadvies, hiervoor een aantoonbare noodzaak moet zijn
(art. 5). Deze wijziging is echter niet doorgevoerd.
-
De Klankbordgroep is van mening dat
gebruikelijke zorg geen uitsluitingsgrond mag zijn
voor het verstrekken van een individuele voorziening. Dit zou volgens ons dan
ook niet in het algemene deel van de verordening moeten staan. Daarnaast vinden
wij dat gebruikelijke zorg, conflicteert met de uitspraak dat de voorziening
deelname aan het maatschappelijk verkeer en
zelfredzaamheid van de betrokkenen moet vergroten (zie art 2 lid 2 sub c).
-
Er is nu een algemene toelichting, een artikelsgewijze toelichting en de verordening zelf, dit
maakt alles zeer moeilijk leesbaar. Een groot deel van de artikelsgewijze
toelichting zou in de verordening zelf opgenomen kunnen worden. In ieder geval
dient er een populaire versie te komen die voor gewone burgers leesbaar en goed
te begrijpen is.
-
De keuze voor een PGB voor een Algemene
voorziening mag niet bij voorbaat uitgesloten worden in de verordening. Dit is
ook in strijd met artikel 6 WMO waarin de keuze voor een PGB is vastgelegd voor
alle individuele voorzieningen. Dat de algemene voorziening (op afroep)
beschikbaar is, maakt nog niet dat het geen individuele voorziening is.
-
Wij maken ons zorgen over het feit dat
de mogelijkheid om de bespaarde kosten te verrekenen is opgenomen in de
verordening.
-
Ten slotte vinden we dat een financiële
tegemoetkoming in de kosten van alle sportvoorzieningen mogelijk moet
zijn en niet alleen voor een sportrolstoel. Mijn eigen verstandelijk
gehandicapte pleegdochter is dol op paardrijden, waarom krijgt zij geen
vergoeding voor haar aangepaste zadel? Moet zij soms
in een sportrolstoel op dat paard gaan zitten? De WMO is een participatiewet
dit houdt in dat je moet kunnen sporten in de door jezelf gekozen sport.
Met
vriendelijke groet namens de WMO Klankbordgroep,
Cor van
Drongelen
Voorzitter
WMO Klankbordgroep